Dit weekend hoop ik de Kurt Schwitters tentoonstelling in Rotterdam te zien. Als voorbereiding probeer ik deze tekst van hem te vertalen, geschreven in 1938 toen hij al naar Noorwegen ontkomen was, wat me niet makkelijk valt, omdat ten eerste het woord Fibel (gesp, fibula, abcboekje) meerduidig is en ten tweede omdat hij een grapje maakt met het woord Rücksicht, dat hij deels letterlijk neemt, tenminste dat vermoed ik.
En dan spreek ik niet over de inhoud. Want aan de betekenissen daarin is geen eind.Ik bedoel, wanneer een eenvoudige tekst van Schwitters al zo veel teweegbrengt, wat moet ik dan beginnen met een overzichtstentoonstelling? 'Wij leven 25 minuten te laat, en wel van rechts gezien. Van links gezien leven we 20 minuten te kort. Te laat en te kort is ons linker en rechter noodlot. Ziet men ons echter van boven, dan zijn we plat als een gesp, ziet men ons van onder, dan zijn we hoog als een hoge hoed. Van voren bekijkt men onze Rücksicht en van achteren onze buik, want die hebben we ook. Als nu de sneeuw tussen onze tanden smelt dan krijgen we hevige kiespijn, die pas ophoudt als de zon ons direct in de hersens schijnt. Daardoor ontstaan echter de verlichte gedachten, waaraan je genoeg hebt om wijsheden als deze hier neer te schrijven.'