Een paar dagen was ik in Berlijn. Bij terugkomst bleek A.Moonen overleden. Hij is 69 geworden. Toch nog, want de aanvallen waar hij onder leed slopen een mens. Ik maakte hem van nabij mee vanaf 1985 toen ik hem vroeg voor ons programma Pandemonium vanuit het Amsterdamse Eik & Linde.
Waarom? We liepen eens in een zomernacht over een brug over de Keizersgracht. Moonen had de geest. Hij wees op de hemel en zei 'Stel je nou voor, beste Noordhoek, dat daar opeens allemaal kutten uit naar beneden kwamen vallen... Dat zou mooi zijn hè.' Waarna hij haastig toevoegde 'Ja, zonder wijven eraan natuurlijk.'In die ene opmerking zit het, denk ik. Zijn helderheid, zijn intelligentie, zijn talent, maar meteen ook de bron van alle misverstanden rond A.Moonen. Ik lees stukjes die hem gedenken. Natuurlijk, hij leefde in de marge, dat doen meer kunstenaars die met de mainstream niet overweg kunnen. Hij deed verslag van wat hem daar overkwam en dat ging over alles, zonder onderscheid. Het voeren van zijn katten of geluidshinder was net zo belangrijk als zijn bezoeken aan de 'publieke hoeren' of zijn zeer lijflijke liefdesgeschiedenis zonder eind met de Koerd Hikmet (intussen ook nog vader van een gezin).En hij was manisch depressief, niemand die dat beter wist dan hij zelf. Ik heb veel met hem getelefoneerd ('Ach Noordhoek, ik vind geen behagen.'). Het heeft geduurd tot 2000. Toen nam ik een laatste gesprek op, dat maandag dv. te horen is in de Avonden. Zijn boek Verbanning was net uit. Onder meer ook over zijn jeugd en familie. Moonen, was die zomer, na weer een opname in de Bavo-kliniek in Capelle aan de Ijssel, eindelijk verhuisd naar een keurige zg. seniorenflat in Oud-Mathenesse. Zonder helaas, zijn katten. Niet lang daarna ging het weer mis. En het werd niet meer beter.Eens had ik per ongeluk Maarten Biesheuvel en A.Moonen voor dezelfde uitzending in Eik & Linde gevraagd, niet wetend dat ze elkaar kenden, omdat ze te zelfdertijd in Endegeest hadden gezeten. Ontzet klampte Maarten me bij binnenkomst aan. 'Die man,' zei hij, wijzend op Moonen, 'die man, die is gék.'Ik vond de opname terug die ik in november 2000 bij hem maakte in de Rotterdamse ''seniorenflat''. Hikmet was erbij.