Waarom omhelzen mannen elkaar? Soms, zomaar opeens. Maandagavond zag ik Willem Jan Otten, bij de radio. We omhelsden. Niet omdat hij net de P.C.Hooftprijs had gekregen. Maar om wat we net uitwisselden over lezen. Hij had het ongrijpbare moment benoemd waarop je als lezer 'in een verhaal' komt. Ik noemde Alice Munro. Hij knikte instemmend. Thuis vond ik wie we ook delen: Gerard Reve. Neem dit gedicht uit Ottens 'Afscheid':
Zo u bestaat
dan moet nog worden uitgezocht
waar u gebleven bent.
Soms menen wij dat u bent blijven kleven
op de bodem van een brievenbus.
Een brief van u aan u bent u,
wat zeggen wil: u bent uzelve
opgevouwen en geborgen
in een envelop, die dicht gelikt
en dan voorzien van naam,
en van 'in handen' en 'alhier'.
Dat u uzelve schrijft
maar mij bezorger heeft gemaakt,
verklaart niet alles maar bedaart mij soms.
Het laat mij niet koud,
dat u u zelf hebt toevertrouwd
aan iemand die zijn inhoud
zozeer schuwt als ik.