Gisteren kwam het zover. Niet dat ik 'een wit houten bord op een paal' heb waargenomen met het opschrift 'WERKDROGER 11, of een tekst van gelijke strekking', maar toch.
Dit zijn geschikte dagen om de Brief uit Amsterdam van Gerard Reve te herlezen, uit Op weg naar het einde (1963). De brief is gedateerd 2 december 1962, middenin de ijswinter die ik me goed herinner. Gerard keerde, vertelt hij, eerder eens op een ochtend met zijn HMW-brommer terug van het huis van mevrouw Oofi in Blaricum en trof het bord nabij de rijksweg.
Werkdroger is de eigenaardige naam van een laantje met villa's in de gemeente Laren. Een wit houten bord vond ik dus niet. Het huisnummer 11 evenmin. Na een onder bomen verscholen landhuis met het nummer 9 houdt Werkdroger op. Gerard heeft daar een haas of konijn gevonden, met een ingedeukte schedel, kennelijk geraakt door een auto:
'Ik bind het pluimveelijkje op mijn bagagerek, en zwenk tevreden de rijksweg op, dankbaar overwegend hoeveel Fraaie Voorwerpen ik in mijn leven al gevonden heb, vooral op vuilnisbakken, en nog steeds, op zijn minst wekelijks, vind: paraplu's; vingerplanten; eetkamerporselein; een drietal ingelijste litho's voorstellende respectievelijk Het net wordt uitgeworpen, Volle manden, en Een Gebed van Dank; een Engelse sleutel; en doos met 288 plastic dameshakjes; vogelkooien van velerlei soort en grootte; een werkbroek van oersterke, stellig buitenlandse stof, waarin slechts de gulpritssluiting behoeft te worden vervangen; een tijdloze - want uit plastic hulst en bessen vervaardigde - kerstkrans; antieke spiegellijsten; glazen, geslepen inktpotten olielampen; Keulse Potten; een achter bol glas ingelijste, gekruisigde Verlosser; diverse mandflessen; een gemakkelijk te repareren stoommachine; zes irrigators; een citer; stroken wit marmer; broekriemen; speelgoedpakhuizen; een onbeschadigde caleidoscoop; een prachtige weekendtas met geen ander gebrek dan een losgeraakte hengsel; een koperen carbidlantaarn. Maar na de vondst van deze morgen mag ik vandaag niets meer verwachten, zeker niet op de grafzerk van Bussum naar Amsterdam.'