Stukken en stukjes schreef Walter Benjamin waar hij kwam en ging. Zijn nu vertaalde bundel 'Denkbeelden' bevat reisnotities, gedachtegangen en -sprongen van alle soorten.
Hij was in Moskou winter 1926-1927 om zijn geliefde de actrice Asja Lacis. Juist toen Stalin de macht overnam en korte metten zou gaan maken met moderne kunst en het moderne leven. Maar zover was het nog net niet. Moskou was nog als vanouds. En Benjamin schreef over de tram, scholen, winkels, reclame, wat niet. Moskou is nog een stad van boeren en die hebben hun eigen tijdsbesef, alle pogingen tot modernisering ten spijt. Zo is er een actie voor 'stiptheid':
"'Tijd is geld'- voor deze verbazingwekkende stelling wordt op affiches de autoriteit van Lenin opgeëist; zo vreemd is voor de Russen het gevoel daarvoor. ze dromen bij alles weg. (Men zou kunnen zeggen dat minuten een soort goedkope neutjes zijn waarvan ze nooit genoeg kunnen krijgen; ze zijn aangeschoten door de tijd.)
Op een keer moet ik mij 's morgens vroeg om zeven laten wekken: 'Klopt u morgen alstublieft om zeven uur.' Daarmee zette ik bij de schwezar - zo worden de huisbedienden hier genoemd - de volgende Shakespeareaanse monoloog in gang: "Als we er aan denken dan zullen we wekken, maar als we er niet aan denken, dan zullen we niet wekken. Eigenlijk denken we er meestal wel aan, dan wekken we dus. Maar och, we vergeten het ook wel eens als we er niet aan denken. Dan wekken we niet. Want we zijn er niet toe verplicht, maar als het ons tijdig te binnen schiet dan doen we het natuurlijk. Op welk uur wilt u eigenlijk gewekt worden? (...)
'Tijdseenheid,' zegt Benjamin, 'is in wezen het 'ssitsjass'. Het betekent 'meteen'. Men kan het naargelang de omstandigheden tien keer twintig keer, dertig keer als antwoord te horen krijgen (...)'
Lees Walter Benjamin, over alles.