Volstrekt oninteressant

 Het bij Petten in zee leeg gieten van een flesje gazeuse (1963) wordt af en toe herdacht. Wat Wim T. Schippers en Willem de Ridder met hun voor tv gefilmde actie bedoelden legden ze ook wel uit, maar raadselachtig bleef het.

 'Volstrekt oninteressant' was ook hun Mars door Amsterdam. Zes willekeurige personen wandelden een eindweegs - geen spandoeken, geen vlugsc­h­r­iften - op een grijze dag door Amsterdam en dat was het. De kunst van het zwijgen.

 Het sprak aan, bij twintigers die genoeg hadden van politiek protest of artistieke zelfgenoegzaamheid in het openbaar. De tegenspraak tussen iets extreem aandachttrekkends als een televisieoptreden en het onooglijke waarop de camera gericht werd stichtte verwarring. Linkse mensen vonden het rechts, kunstenaars wisten er geen raad mee.

 Voor mij was het een vondst. Opeens werd wat ondraaglijk geweest was 'volstrekt oninteressant' en daarmee een overlevingsstrategie. Ik begon verzamelingen aan te leggen. De criteria waren streng. Veel was toch net te interessant. Een geglazuurd potje? De etalage van een lampenwinkel?

 En nu? Beland in een tijd waarin sociale media en televisie steeds meer aandacht vragen, waarheen? Innere Emigration? Mediamijders bestaan. Al lang. Je herinnert je een naam, maar er is niets meer terug te vinden. Regelmatig verdwijnt iemand onachterhaalbaar van Facebook. Zo kwam ik op dit stukje.

 Een Partij van het Zwijgen oprichten? Ik denk dat dat allang gebeurd is. In stilte. Zodat wij er niets van weten.

 Een volstrekt oninteressante partij.