De Vijzelstraat is de de meest veranderlijke straat van Amsterdam, de stad waar ik, hoe lang ik er ook woon, maar niet kan wennen. Dat komt door aberraties als de Vijzelstraat.
Ik dacht aan de verbondenheid van Arjen Duinker met zijn stad, Delft. Zou Delft voor hem zijn als een jas? Ik vroeg hem wat zijn band met Delft bepaalde. Hij antwoordde: 'Wim, afmetingen, verhoudingen, licht, krommingen en de intimiteit van dat alles.' En voegde toe: 'Overigens schreef ik erbij dat de stad niet zozeer een jas is, maar voor mij veeleer een zuurstofapparaat of aanreiker van ritmes!'
Daar kom ik verder mee. Het ritme van de Vijzelstraat is vele malen verstoord. De ene straatkant verschilt sinds de bouw van een rij banken hopeloos van de andere, waar kleine huizen en winkels staan.
De Vijzelstraat is te breed ook daardoor waait het er altijd. Er zijn wat merktekens zoals de scheefgezakte brillenwinkel van Azijnman, die na jaren herbouwd is in de oorspronkelijke stijl.
Het ritme is grondig verstoord. Van krommingen geen sprake. Om met Han Bennink te spreken 'het swingt keihard achteruit'. En om Arjen te volgen, de afmetingen zijn verstoord, de verhoudingen zoek en het licht valt schel, zodat er van de beschutting die je in een binnenstad hoopt niets over is. Het autoverkeer is verdwenen, de banken verhuisd, alleen lijn 24 rijdt nog, de rest van het openbaar vervoer zit onder de grond. En ik sta op de tocht.