Van ski weet ik niets, soms zie ik in de zomer in verlaten skioorden wat het aanricht. Maar de wereld van sneeuwvermaak in toeristenreservaten hoog in de bergen ken ik niet.
Regisseur Ruben Östlund maakte er een psychodrama, zowat een griezelfilm. Arnon Grunberg zag in de mannelijke hoofdrol Tomas, die bij een lawine zijn telefoontje meegrist en zijn gezin in de steek laat meteen 'de mens', en schreef vanmorgen 'De mens, ook de man, is een vluchtdier'. Ik denk alleen maar, deze man blijkt dus een lul te zijn. En die ontdekking valt hem zelf nog het zwaarst. Maar ook dat blijkt gaandeweg mee te vallen.
Grappig is dat tenslotte niet eens zijn vrouw - die daar toch in de meeste culturen als eerste mee belast is - de 'continuïteit' van het gezinnetje waarborgt, maar hun twee jonge kinderen. Ze moeten wel, hun ouders zijn niet wijzer.
Onder zo'n kaasstolp in het hooggebergte is er na de bijna-ramp tijd te over voor psychologiseren. Over het verschil tussen mannen en vrouwen en de vraag 'wat had ik gedaan?'
Dan blijkt de een anders geconditioneerd dan de ander. Wat die conditionering is merk je pas als er iets rampzaligs gebeurt.
Het jammerende schuldgevoel van Tomas valt door de mand als sociaal gewenst emotievertoon. Daaraan herken je de lul.
De kinderen tenslotte, dat is heel mooi, zien de bijna fatale lawine aankomen en registreren de reacties van hun ouders. Het is even slikken. Maar ze zeggen niets. Ik zat te wachten tot het scenario hun getuigenis in het drama zou vlechten. Maar ze accepteren wijs en zwijgend: 'papa is een lul'. Ze troosten hem zelfs. Of zijn vrouw Edda dat ook blijft opbrengen?