Toon Tellegen had zijn gedicht, nu ja gedicht, 'De optocht' (2012) graag in z'n geheel voorgelezen op de radio, zoals hij al eens in Berchem bij Antwerpen deed, in twee uur en twintig minuten.
Hij herinnerde zich voorlezingen in de Avonden, maar de Hilversumse tijden zijn veranderd. Nu in deze met poëzie overspoelde dagen pak ik De optocht weer. 'Verslag van een ooggetuige' staat er bij. Dat je niet denkt dat het notities van een scherprechter zijn. Wat het zijn. Alinea's waarin al wie of wat de wrevel van Toon Tellegen heeft gewekt in een schier eindeloze optocht voorbijtrekt. De muziek mag je er bij denken, de spandoeken ook. En telkens volgt dan na hun optreden weer Toon's genadeloze 'Pats!'. Alsof ie ze met de vlakke hand tegen het plafond platslaat, als muggen. Bezaaid met bloedspetters daar.
'Daar, dat is de tegenzin op een vooroorlogse damesfiets, de wind in haar gezicht, haar goudkleurige japon slepend over de modderige grond, zij houdt haar trappers stil: zij is gearriveerd... Kijk zij schudt haar hoofd over mij, het lijkt mijn moeder wel! Ze wil dat ik verlegen ben, verweesd en onvoldaan. "Ga weg, ik doe mijn werk, geen letter meer dan dat!" zeg ik - o nee, nu ga ik te ver. Zij gaapt: "Ik dacht dat jij..." Ze zegt niet wat en stapt weer op. Zij is mijn spiegelbeeld. Zij vergelijkt, zij scheldt niet kwijt.
Pats!'
Eens, toen er veel response kwam op zijn radio-dierenverhalen, zei ik tegen Toon. 'Er zijn er veel mensen die van de verhalen van Toon Tellegen houden.' Zei hij: 'Ik ben bang dat ik niet zo hou van de mensen die van de verhalen van Toon Tellegen houden.'