Waar ben ik thuis? Een vraag die in een tijd van volksverhuizingen almaar meer gesteld wordt. Wie duldt nog een ander in zijn eigen thuis?
Vorig jaar verscheen bij de AUP (Amsterdam University Press) de bundel met verhalen 'Het lievelingsboek als zelfportret'. Het boek als spiegel, verrassende resultaten. Zo schreef Frans Saris over De zon van Frans Masereel. Maar het dichtst bij een zelfportret komt Sarah Hart met 'The enigma of arrival' van V.S.Naipaul.
De Engels/Ierse Sarah beschrijft haar leven als vreemdeling, in Parijs, daarna in Leiden. Waar is ze thuis? En wat is dat, thuis? Het je eigen maken van een vreemde plek? Kortom, 'Het raadsel van de aankomst'.
Naipaul, de Indiër uit Trinidad die de wereld rondreisde belandt in The enigma op het Engelse platteland. Sarah Hart 'finds herself' (een prachtige, onvertaalbare manier van zeggen) in Leiden. Maar vindt ze zichzelf? Maakt ze van deze nieuwe plek haar thuis? Naipaul lukte het. Maar zij?:
'Terwijl ik door mijn straat kijk, met zijn prachtige kerk, chaotische verkeer, de sigarenwinkel op de hoek waarvan de eigenaar zich heeft doodgerookt, de fietsenwinkel gerund door semicriminelen, de twee bloemenwinkels, een ervan postmodern, en me nog steeds afvraag wat ik hier eigenlijk doe. Waarom hier, in dit land, deze straat?'