In 'What remains' mag je met Hinke Schreuders mee op ontdekkingsreis, de wereld van de stoplap in. Waarvan alleen het woord overbleef, waarachter niet alleen een nu onbegrijpelijke handvaardigheid schuilging, maar ook een verloren esthetiek.
Hinke heeft zich die technieken eigen gemaakt. Ze laat je zien wat weesmeisjes van de diaconie nog tot ver in de vorige eeuw leerden. Toen versleten of kapotte stoffen 'onzichtbaar' met naald en draad gerepareerd werden. Zo gingen jurken generaties mee. Een dienstmeisje bij een welgestelde familie moest het kunnen. Zoals Aaltje van Malestein van wie Hinke het oefenmateriaal bij haar lessen vanaf 1888 terugvond. Nu te zien in de Wetering Galerie en door haar in een boekje verzameld. Die oefenlappen, met in initiaal de namen van docente en leerling waren bij sollicitaties het bewijs dat je het kon.
En daar hangen dan ook Hinkes eigen overdonderende 'proeven van bekwaamheid' in het behouden van wat mooi en goed is, alleen een beetje versleten. Dat die weesmeisjes dat konden. Aandacht en precisie om met je neus bovenop te gaan staan.
En, er is daar meer, frivolers van Hinke.