De namen van tekenaars Isings en Jetses blijven voor altijd verbonden aan de wandplaten van de ondergang van Floris de Vijfde of die waarom je aan de bovenkant een slootrand ziet en onder het wateroppervlak kikkervisjes, stekelbaarsjes tot zelfs een ringslang tussen de waterplanten.
Daaraan dacht ik toen ik bij Kafka zijn fascinatie voor de prent van de 'Alexanderschlacht' van Albrecht Altdorfer vond, waar hij als jongen naar bleef kijken. Hij verwerkte het in 'De nieuwe advocaat'. W.G.Sebald ging er mee verder. Hij schrijft in 'Nach der Natur':
'De dood is voor ons ongeveer als aan de muur in het klaslokaal een prent van de 'Alexanderslag'.
Op die prent zie je hoe Alexander de Grote Darius overwint nadat hij honderduizend infanteristen en meer dan tienduizend ruiters overwonnen had, en de moeder gemalin en kinderen van de koning gevangen had genomen.
In 1529 schildert Altdorfer dit in tempera op lindenhout, grootte 158 x 120 cm. De Grieken in wit-blauw, de Perzen in het rood. De Slag bei Issos in 333 v. Chr..
Toen ik op Kattenburg woonde keek ik aan de achterzijde van de Kattenburgergracht tenslotte uit op een kale sloopvlakte, waar alleen nog een schoolgebouw stond. Daar heb ik tientallen schoolplaten gevonden en meegenomen. Ook een krijtjesbakje dat ik nog steeds bewaar. De platen zijn bij een brand verdwenen.