Daniil Charms schreef op 30 augustus 1934:
'Zoals bekend heeft Bezimenski echt een rotkop.
Op een keer stootte Bezimenski zijn kop tegen een krukje.
Daarna was de kop van de dichter Bezimenski helemaal niet meer om aan te zien.'
Hoe je je kop tegen een krukje kunt stoten wordt niet duidelijk. Misschien was de Sovjetdichter Bezimenski dronken.
In Den Haag zeiden ze: 'Als ik zo'n kop had ging ik er naast lopen.'
Bij sollicitaties is het geen erkend argument. Een personeelschef kan niet zeggen 'Uw kop staat me niet aan'.
Mijn vader noemde zoiets 'een ongunstig voorkomen'.
Het is vandaag verkiezingsdag, ik heb tijdens de campagnes erg veel rotkoppen gezien.