Crumb ontmoette ik voor het eerst ergens diep in de jaren '70, via zijn vriend, tekenaar Evert Geradts. Hij landde aan in Amsterdam, in zak en as. Ik interviewde hem en het ging over Zap-comix, maar eigenlijk vooral over geld. De Amerikaanse belasting zat achter hem aan, en dan helpt geen Mr. Natural.
Omdat zijn tekeningen overal verschenen - zonder dat, in die tijd, copyrights betaald werden - dacht de fiscus dat hij wel heel rijk moest zijn zonder belasting te betalen. De tweede keer was toen hij in 1995 met zijn orkestje The Cheap Suit Serenaders op toernee kwam en bij Gert-Jan Blom logeerde. Hij verzamelt 78-toeren muziek en speelt het ook nog steeds. De Cheap Suits werden opgenomen en uitgezonden. En daarna kwam de expositie in Boijmans in 2005.
Al die keren gaf hij antwoord op vragen, meest van feitelijke, zakelijke aard. En zweeg hij of speelde. Alle vragen en antwoorden zitten immers in zijn werk. En dat omvat een tijdperk in z'n geheel, een generatie.
Toen ik Anil Ramdas voor het eerst sprak vroeg hij naar de jaren '60. Daar wilde hij over schrijven. Wat moest hij lezen? Ik zei 'Het verzameld werk van Robert Crumb'.
Die boodschap is niet doorgekomen.
Crumb is nu 75 net als ik, en woont in Frankrijk met zijn tweede vrouw Aline. Op internet brengt Leo Mele bijna dagelijks een keuze uit zijn werk en dat van andere tekenaars. Mijn wake-up calls.