Het televisienieuws vertoont al dagenlang de waterhoogten in de Seine. Ondergelopen afritten zijn afgezet. En ik denk aan Albert Marquet, vriend van Matisse en de grootste waterschilder onder de Parijzenaars van na 1900.
De Fentener van Vlissingen collectie, die nu in het Singer Museum te zien is bevat opmerkelijk veel Marquet
Het water van Marquet onderscheidt zich van dat van tijdgenoten door de duistere tinten die hij gebruikt. Zijn water is diep, in alle betekenissen. Het oppervlak heeft vaak wat groen of oker, waarop hij met een enkele kwastbeweging een licht golvende weerspiegeling van een boom of brug neerzet.
Omdat bij mij thuis een Marquet-reproductie van een bocht in de Seine hing, boven de bank, heb ik er eindeloos naar gekeken.
Niet dat mijn ouders iets met Marquet hadden, mijn vader vond de bocht in de Seine wel decoratief. Soms kocht hij ook wel eens een stilleven van een kunstschilder aan de deur, in de tijd dat schilders nog langs de deuren gingen. De 'goede man' kreeg een kop koffie en de bedongen prijs. En even voelde mijn vader zich een Fentener van Vlissingen.
Maar nu, vanmiddag in Singer, kon ik het duistere water van dichtbij bekijken. En daarna de kleur van de Seine in het journaal.