Mijn tweede ziekenhuis was - na het Juliana kinderziekenhuis - het Haagse Zuidwal. Allebei afgebroken, maar de witte jassen, dee tegelwanden en de geur van lysol blijven.
Ik kwam er met een voetbalknie, op het zondagspreekuur, het voetbalspreekuur. De knie was gezwollen, en niet zuinig.
De arts, eens een bekende voetballer bij HBS, zette met ballpoint een kruisje op de forse zwelling. En sommeerde de coassistent: 'Hier, hier moet je zijn.'
De naald ging erin en kwam terug met een grote een buis bloederig vloeistof. Daarna werd mijn knie ingezwachteld en mocht ik weg. Op twee krukken.
In de volle tram terug sommeerde de moeder die naast me zat haar zoontje om voor me op te staan. 'Laat die meneer eens netjes zitten. Dat zie je toch zo, die man is ongelukkig.'
In 1882 lagen Vincent van Gogh en Breitner hier, met geslachtsziekten. Vincent had tekengerei meegebracht.
Komende week wacht me een volgend ziekenhuisbezoek