Grootse heruitgave-plannen zijn er met het nagelaten tekenwerk van de unieke Mark Smeets (1942-1999). Het verhaal van Smeets en zijn werk staat door hem zelf samengevat in 'De triomf van het tekenen', het boekje dat ik kreeg van Hans Joustra van uitgeverij Scratch.
Mark Smeets heeft altijd getekend - in schriftjes, in kladblocs, op losse papiertjes, maar vooral in schetsboeken. Die schetsboeken vormen de constante in zijn werk. Nog deze zomer komt er bij Scratch een in facsimile uit. En volgend jaar dus het grote Smeetsboek waarover eerder bericht.
Tussen zijn veertigste en vijftigste realiseerde hij zich: "Sinds ongeveer een jaar (1992) heb ik deze vorm geaccepteerd. Die schetsboeken, dat ben ik. Zo moet het zijn. (...) Ik word steeds on-gekker, vind ik zelf," schreef hij in die tijd aan Leny Zwalve. "Ja, ik vlei me zelfs met de groei-en-de over-tui-ging dat misschien nog eens een keer zelfacceptatie mij zoude geworden; naast de verder gewoon doorschmierende Selbsthass, dat blijft - of nou ja, Selbsthass is te sterk, meer een nietswaardigheidsbesef of tekortschieterij van jewelste (als deze oud-Nederlandse uitdrukkingen je nog iets zeggen)."
"Het is niet langer m'n bedoeling om echt een verhaal te tekenen. Dat is strip nu eenmaal: je moet een verhaal vertellen, zo simpel en duidelijk mogelijk. Dat is meteen ook de verklaring waarom ik zoiets per se niet klaar krijg. Ik doe het juist zo ingewikkeld mogelijk, sleep er allerlei zaken bij die er niets mee te maken hebben, ongedisciplineerd. Bij dat gebrek aan discipline heb ik me moeten neerleggen; kennelijk hoort dat bij me."
"Het heeft nog een ander, bijkomend voordeel. Onafhankelijk van waar ik mee bezig ben kan ik een zijsprong maken naar iets dat ik hoor, zie, lees..."
Hoe de schetsboeken, waarin zijn ongebreidelde associatieketens op papier kwamen, ook zijn definitieve vorm werden.