Bezocht ik in Antwerpen nadat ik in Garage Rotterdam haar verbazende 'White suburbia' had gezien op de tentoonstelling Labyrinth.
'Labyrinth is iets dat we bedenken en bouwen. Bedoeld om in te verdwalen. Terwijl we toch meer dan genoeg om ons heen hebben waar we in zouden kunnen verdwalen.' Ze bestaan, zeg ik, in alle culturen. 'Ik denk dat we onze constructies prefereren boven de bestaande. In onze eigen maaksels zit ook ingebakken dat er een uitweg is. In de bestaande labyrinten is die ver te zoeken.'
Ik herinner aan het historische labyrinth op Kreta waar de uitweg naar de dood, de Minotaurus, voerde. Of - die ene keer dat Theseus kwam - naar de overwinning. 'Ik denk altijd dat het een substituut is voor de maatschappij, die ook bedreigend is en gevaarlijk.' Er huist een gevaar. En worden wij aangelokt om toch die kant op te gaan? 'Ja, waarschijnlijk wel.. Het gevaar trekt aan en stoot af.'
We kijken naar White suburbia, groot twee meter bij een meter vijftig. Een mensenmenigte in een vlakte die blijkt te bestaan uit groepen die allemaal wat anders doen. De een lijkt zich te amuseren, de ander demonstreert. Wat bezielt ze.. 'Vroeger heb ik werken gemaakt van kinderspeelplaatsen. En dan ga je kijken hoe die kinderen zich bewegen. En wat er tussen ze gebeurt. Je gaat automatisch denken ah dat is de pestkop en dat is de buitenstaander. En dat zijn de dikke vriendinnen. Maar is dat wel zo? Het zijn verhalen die wij erin zien.'
Maar je geeft wel wat aan, zeg ik. Wat zijn deze mensen aan het doen? Zich amuseren? 'Ik ben uitgegaan van carnavalsvierders. Grote wagens met constructies. Een constructie van plezier, wat een bizarre bezigheid is.' Er gaat ook iets droefgeestigs van uit. 'Dat artificiële van pretparken, kermissen. Als ik daar in de buurt kom overvalt me dat altijd.'