'Ik wou uw voeten wel soenen' heet de juist verschenen verzameling liefdesverklaringen van de middeleeuwen tot nu, vergaard door Annemieke Houben, die eerder de 'Vieze liedjes' uit alle eeuwen verzamelde. De eerste vraag die al lezende bij me rees was 'wat zou er allemaal verdwenen zijn, verscheurd, verbrand?'
Eet deze brief na lezing onmiddellijk op. Met bloed geschreven natuurlijk. De Chartreuse de Parme geeft hartverscheurende voorbeelden van het bezorgen van minnebrieven door een gevangen edelman aan een zwaarbewaakte geliefde. Maar dat is een roman.
Houben schrijft: 'Iemand de liefde verklaren is een riskante en complexe bezigheid. Het is een aanval en een overgave ineen.' Waarbij het toch vooral mannen zijn die het risico nemen afgewezen of betrapt te worden: 'Zou het veiliger zijn om de boodschap mondeling of juist schriftelijk over te brengen? Als je beminde tegenover je zit, heb je direct een antwoord en kun je de woorden nog inslikken als het dreigt mis te gaan. Aan de andere kant: een brief bloost niet.'
Zie de hand met de brief erin die zich toch nog op het laatste moment terugtrekt uit de brievenbus. Het boek begint met zo'n niet verstuurde brief, gevonden op de markt door de schrijfster. Gelukkig kan ze postiljonne d'amour zijn en de reactie optekenen: 'Ongelooflijk... ik wist niet dat hij toen nog zulke sterke gevoelens voor me had.'
Later meer over deze wondere wereld.