Kapper

 Net lees ik wat W.G.Sebald zei over zijn kappersangst. Die uit de oorlog stamde. En van zijn Fascistische vader kwam. Hij definieert de Fascistische haardracht zo: 'Geen haar die niet parallel aan de andere lag.'

 'Met deze haardracht werden de kinderen in de naoorlogse tijd geterroriseerd. Het was een verschrikkelijke ervaring dat je elke twee weken onder dwang naar zo'n kapper werd gestuurd. Tot de dag van vandaag voel ik als het winter wordt de ijzige wind op mijn schedel.'

 Die kou op mijn hoofd voel ik nog net zo. In Den Haag, in de Appelstraat, was een hypermoderne jongenskapper, waar je nek werd uitgeschoren met een van de zes tondeuses, waarvoor de stroom langs verchroomde kabels uit een rail aan het plafond kwam. Boven op je kop werd de haarlok dan tenslotte schuin afgeknipt, zodat hij 's ochtends nat achteruit gekamd kon worden tot een kuif. Wat niet lang bleef zitten. Vandaar al die scheve lokken op de voorhoofden.

 Hoe kregen Duitse jongetjes als Winfried Sebald (even oud als ik) hun haar dan zo mooi in het gelid? Antwoord: brillantine.

 De topattractie in de Appelstraat was als het knechtje eens per uur het luik uit de vloer lichtte, waar hij al het jongenshaar van de vloeren dan in veegde. Die kruipruimte vol jongenshaar moet er nog zijn.

Tags: