Jan Baeke

 Vanmorgen hoorde ik Jan Baeke dit nieuwe gedi­cht voorlezen op de site van Tijdschrift Terras. Uit de cyclus Een andere tijd beginnen, die dit najaar zal verschijnen in zijn bundel Seizoensroddel. Een tekst was er niet, ik probeerde op te schrijven wat ik hoorde, terwijl het begon te stormen in mijn straat. Er was gewaarschuwd.

 Soms is het de geur van naderend onweer

soms is het de wind.

De wind hield dagen aan en iedereen

werd horendol van de klapperende luiken

en het geluid van vallende huisraad

en fietsen en glas.

 

Er is geen reden hier te blijven

of je moet jezelf gek willen beuken

gromde mijn vader op de avond

dat het achterste deel van onze garage instortte.

 

Hij liep naar buiten en of het zijn

goddelijke wijsheid was die een orkaan in zijn vuisten werd

of de toewijding van de storm aan mijn

vaders woorden, hij was plotseling verdwenen,

nog voor de deur terug in het slot viel.

 

Hij bleef twee dagen weg

en wij brandden al die tijd een kaars

bij de foto van onze Verlosser

Toen hij terugkwam zat het roet

van de kaars in zijn oren en zijn neusholtes.

 

Vlak daarna verloor ik mijn geloof in God.

Mijn vader wilde nog bidden,

maar hij vergiste zich voortdurend

in de dagen van het jaar.

 

Hij keek zijn tuin in, hij wist niet meer

of de heilige Antonius de lente deed

of dat het de heilige Bartholomeus was.

Tags: