De schilder Carel van Eeden - niet te verwarren met naamgenoot Marcel - is opeens gestorven, zo bericht zijn dochter Lucia me. Ik kende hem sinds hij deelnam aan de tentoonstelling over het jeugdsentiment van de jaren '50, in 1970 in een oude school in de Egelantiersstraat in de Jordaan.
Carel was een Hagenaar, woonde in z'n jeugd in de Sneeuwbalstraat, aan de rand van de woestenij van het Sperrgebiet, de kaalgeslagen puinzooi waar de huizen van allevier mijn grootouders stonden, dat hij later vele malen tekende. Bunkers waren een specialiteit. Ook met de bloemen en planten die daar later op groeiden. Samen met tramfantasieën.
De laatste tijd schreef hij z'n katholieke jeugd op, ik kreeg hem in afleveringen.
Ik maakte een filmpje, in 1970 van de tentoonstelling in het lege schoolgebouw, waar jeugdattributen uit de jaren '50 stonden uitgestald. Daarop zie je Carel zitten kleumen naast een reuzenformaat potkachel die niet brandde temidden van zijn aquarellen.
Ik ken geen andere kunstenaar die het Sperrgebiet, de met versperringen bezaaide strook afgebroken Den Haag tussen Kijkduin en Scheveningen zo pijnlijk melancholiek in beeld heeft gebracht. Een tentoonstelling dan nu eindelijk?