De vlucht uit de tijd (1927), de zwanenzang van de dadaïst Hugo Ball (1886-1927) is uit in vertaling van Hans Driessen. Een aantekeningenboek uit Zürich, het bestrijkt de jaren dat daar Dada ontstond, midden in de Eerste Wereld Oorlog. Daarbij keerde Ball - tot ergernis van zijn vrienden - terug naar de Katholieke kerk. Het is november 1915
'Als de ratten zo vrij rondlopen, denk ik steeds dat ze van karton zijn en op rolletjes lopen. De hospita doet er niet moeilijk over. Maar sinds er een plotseling voor me op de tafel is gaan zitten waarop ik wilde schrijven, moet ik steeds denken dat ik er straks nog een in bed aantref, tot aan de nek toegedekt en met zijn pootjes op de deken. Dat zou iets zijn, op zekere dag zelf als rat in bed liggen, een sigaret tussen de knaagtanden, lezend in de krant.
Het komt ongetwijfeld door de reuzenratten die ik als kind ooit op de kermis zag. Maar het waren vast en zeker alleen maar verklede hamsters. De kermisklant die ze tentoonstelde had op het bord geschreven: 'Reuzen uit Parijs'. Op de afbeelding zag je een jongen die een melkkan droeg en daarmee naast een slecht bevestigde putdeksel de diepte in stortte. Daarbeneden werd hij voor de rattenkoning geleid, waar men hem een proces aandeed.
De kermisklant was erin geslaagd de hand te leggen op vier van die prachtexemplaren en ze in ijzeren kooien tentoon te stellen. Hij voerde ze met gele wortels, en in mijn herinnering komt het me voor dat ze er zelfs behoorlijk menselijk uitzagen. Waar heb ik toch zo'n gezicht gezien?'
Dada was en is overal.