Vanmiddag op bezoek bij Hinke Schreuders, die haar tentoonstelling 'Struisveren' bij de Haagse galerie Heden voorbereidt. Hinke vertelt verhalen met naald en draad, waarmee ze letters zet, en foto's bewerkt, maar nu zie ik ook sieraden komen. En veren! Kwast en palet blijven uit zicht. De zwarte stoel is vilt.
Meteen keerde ik in gedachten terug naar de 'verenkamer' van de potente keurvorst August der Starke op slot Moritzburg, waar hij bezoekers en -sters ontving in een geheel uit veren bestaand interieur en bed.
En daarna naar Karel de Stoute, die zijn wandtapijten in kokers meenam naar het slagveld, waar ze in zijn tent hingen. Rubens maakte nog schilderijen als ontwerp voor het eindproduct tapijt. Zoals eerder dat van Bayeux of de hoer van Babylon in Angers, werk van legioenen borduursters. En Bisschoppen droegen Maria Magdalena op hun buik, zoals ik pas nog in het Catharijne Convent zag. Kazuifels, tapijten. Het ging om de vingertoppen.
's Winters was het koud in de zalen van kastelen, maar ze werden behangen met tapijten waarop nimfen in het gras in de zon lagen. Zo werd winter zomer en buiten binnen. Een omgekeerde wereld waarin kunst van met parels en edelstenen bezette stoffen en sieraden duurder en belangrijker was dan schilderijen.
Maar de tapijten versleten, en de parels en edelstenen werden er af geroofd zodat de toen 'goedkope' schilderijen overbleven.
Daarom is het zo bijzonder om terug te keren naar naald en draad en daarmee verhalen te vertellen. Inclusief de vele 'losse eindjes'. Ik mag Hinke's tentoonstelling openen op zaterdag 5 september. Dan meer.