Op z'n Duits uit te spreken omdat haar Duitse vader haar zo genoemd had. Niet dat ze er een punt van maakte. Vaak was ik bij haar in het souterrain en kreeg thee en een koekje of andere lekkernij uit een der vele kleurige blikken trommels. Daarmee begon het, niets was zonder verhaal, thee, maar dan. Of een koekje, overgebleven van, maar er was ook.
Zo ging het ook als ik haar vroeg voor de radio.
Zij was het die zorgde dat ik Adriaan Bontebal uitnodigde. Want de symbiose tussen het 'nette' Den Haag en dat van Haagse Harry – tekenaar Marnix Rueb, eigenlijk een keurige jongen, kwam ook uit het Benoordenhout - ging bij Helga dwars door leven en werk heen.
Een nieuw verhaal, maar welk? Dat van die jogger? Talloos de overwegingen, de zelfinterrupties, de nieuwtjes. De meeste mensen vragen nooit iets, Helga vroeg je het hemd van het lijf, daar aan de duinrand, bij het trameindpunt aan het Zwarte Pad.
Haagser, Benoordenhoutser dan Helga Ruebsamen (1934-2016) kon niet. En ja ik wist iets. Mijn moeder had op Marlot gewoond.
Nu ze er opeens niet meer is valt een peilloze stilte. Ik ruik de zee niet meer, waar ze onder de pier met de hond wandelde.