Wat me trekt in het werk van Gummbah weet ik niet. Ik ken geen kunstenaar die zo aan duiding weet te ontkomen.
Dat onttrekken is weer een kunstwerk op zichzelf. Probeer je vinger ergens op te leggen, iets te vangen onder een woord of zin en Gummbah staat alweer aan de andere kant van de kamer, achter je.
'Wil je nog een stukje appeltaart?' (kreeg ik toen ik bij hem op visite was in Tilburg). We hadden het over Deirdre. Een nogal aanwezige vrouw, die niet meer uit zijn werk weg te slaan leek. Maar hij liet haar verdwijnen. Soms denk je 'smeriger kan het niet' de volgende keer lijken de grenzen van de moedeloze berusting bereikt. Kan het erger? Ja, het kan altijd erger. En dan nu in een echte galerie. In acryl, op doek. Zonnen gaan onder. Landschappen ontrollen zich. Titel: O sur Fulp'. De Gummbah-personages lijken stomverbaasd. Wat moeten ze daar nu weer? Nu ja, ze zijn wel wat gewend.
Gummbah staat op gespannen voet met de officiële kunst. Getuige bijvoorbeeld zijn serie 'Net niet verschenen boeken'. Maar nu hangt z'n werk toch niet aan de waslijn maar in de Amsterdamse Wetering Galerie. Net wel geëxposeerde schilderijen. Geen ontkomen aan.