Vanmiddag voor het eerst een grasspriet als boekenlegger gebruikt. In de verzamelde interviews van en met W.G.Sebald: 'Auf ungeheuer dünnem Eis'. Waarin ook het gesprek dat hij in 2001 had met Jean-Pierre Rondas voor de Vlaamse cultuurzender Radio Klara. Sebald kwam vaak en graag in België, per auto of met de trein, halverwege Schwaben waar hij vandaan kwam en Norwich waar hij als emigré doceerde.
In de jaren '60 had hij in Brussel een vriendin die als au-pair werkte bij een EEG-burocraat. Zijn roman Austerlitz speelt er voor een deel.
'Hoe meer ik van het land gezien heb, hoe vreemder het me voorkwam. Het is werkelijk aan de ene kant het centrum van Europa en aan de andere kant leek het me iets totaal extraterritoriaals, een plaats met louter eigenaardige zaken. En dat beviel me, onmiddellijk, waar ik ook was, in Luik of in de kustplaatsen, Zeebrugge, Oostende. Als je met de trein vanuit Antwerpen in Brussel komt bij het Noordstation, dan rijdt de trein over een viaduct met links onder je een straat waar je op zondagmorgen de hoeren voor de ramen ziet zitten...'. (..) België komt in mijn boeken bijna overal voor, eens of ergens aan de rand duikt het op. België staat voor mij voor Europa.'
Het zou mooi zijn als Ria van Hengel ook deze bundel gesprekken vertaalde voor de Bezige Bij. Terzijde: in die nu verdwenen hoerenstraat logeerde ik eens en maakte een nachtelijkse politie-inval mee in een inmiddels afgebroken hotel. Er staan daar nu glazen torens. Ook dat is België. De macht van de ímmobilieën.