Goud morsen

 Goud morsen. Groter tegenstrijdigheid valt in twee woorden moeilijk te verzinnen. Wat solide moet zijn tot in der eeuwigheid wordt huishoudelijk.

 Morsen met goud. Goed denkbaar, je kunt metalen smelten en dus ook morsen. En wat dan? Het goud opdweilen?

 Van jongsaf leefde ik met morsen, de vlekken, de plotselinge vormen die konden ontstaan. Zoals de inktvlek, de bloedvlek. En bovenal het sublieme moment van de overkokende melk.

 Ik zag het aankomen, mijn moeder had me opgedragen op de kokende melk te letten. Het tantaliserende wachten. Tot toch nog plotseling de melkspiegel rees en niet meer te stoppen was.

 De melk kookte over.

 Soms had ik geluk en kwam een plas stroop op de vloer terecht. En nam daar prachtige vormen aan. Geologie op de vierkante centimeter.

 Ik kom hierop door de tentoonstelling 'Translating the standard gold bar' van Sarah van Sonsbeeck in de Nederlandse Bank. Waarin je ook een gesmolten goudstaaf een rol speelt.

 Veel goud daar, in allerlei vormen, maar ook worden mijn vragen beantwoord.

 Kun je goud morsen? Ja.

 Kan goud overkoken? Zeker.

 Waardoor goud iets anders wordt. Onze nationale reserve is opeens vloeibaar. Huishoudelijk geworden.

 Mijn moeder droeg een gouden kettinkje, dat eens in de afvoer verdween.