Vanmiddag hield Miek Zwamborn in het Haags Gemeentemuseum haar boek Getemde Hemel ten doop, de neerslag van ruim een half jaar werken als 'writer in residence' aldaar. Een boek als een verzameling, een ladenkast vol weer, wind en natuurgeweld.
Deze wollen trui vond ze in het depot Mode van het museum, datering: Tweede Wereldoorlog. Herkomst onbekend. Bij haar afscheidsspeech droeg ze de replica die haar moeder en zij er van maakten. In het boek staat nu ook haar gedicht 'Trui alleen':
De winter rekt armen uit
ramen worden verduisterd
dit is de jij en ikkesteek
in de kamer klinkt opeens jouw stem:
kijk de manchetten, ik heb ze verlengd
kijk de oksels, ik heb ze weggelaten
kijk, alleen de kraag blijft over
mijn taak was het
weefsel dat luchtig
werd steek voor steek
toe te spreken
draden te vermanen
naalden te rapen
kleur op kleur
we beginnen de vacht van de hond
te spinnen met veren te dekken
de gaten te lijf en de draden te dik
wikkelen we af of spoelen we op?
er vallen woorden die we vergeten
er vallen gaten die worden gedicht.