Fellini (1)

 Van oorsprong was Federico Fellini tekenaar van vooral karika­turen. Hij tekende wat hij fantaseerde. Wil je weten hoe hij werkte, vervang dan de tekenpen door al wat je onder controle moet zien te krijgen om je bedenksels om te zetten in film.

 Toen ik Fellini's 'Otto e mezzo' (zijn achteneenhalfste film) had gezien en het boek gelezen dat de journaliste Deena Boyer - bij hoge uitzondering - van dag tot dag tijdens de productie mocht bijhouden, begreep ik wat een filmregisseur volgens hem moest zijn: een mengsel van een renaissanceschilder, een fantast, een zakenman, een kermisgast, een verwend kind en een gewetenloze charmeur.

 En daarbij het op­permachtige ­hoofd van een tijdelijke volkss­tam van specialisten die hij kon laten doen wat hij wilde.

 'Fellini', het boek dat bij Eye uitkwam - met een rijkdom aan foto's en ook tekeningen - bij het komende Fellini-festival maakte me weer wijzer. Tekst interesseerde hem nauwelijks. Hij nam zijn scenes op zonder direct geluid, waarbij de acteurs - vaak amateurs – alleen een emotie moesten uitbeelden en daarbij langzaam hardop tot tien of meer tellen. Later schreef hij daar dan wel tekst bij, die in de montage door andere stemmen werd ingedubd. Fellini was een tekenpen.

 Later meer.

Tags: