Haagser dan de beeldend kunstenaar Willem van Genk (1927-2005) kun je moeilijk zijn. Raadpleeg Gerard Fieret, Mensje van Keulen, Marcel van Eeden, Afred Birney of Philip Akkerman. Van Genk-nieuws lees ik in het nieuwe nummer van het 'Haagse' literaire tijdschrift Extaze, bij Jack van der Weide.
Van Genk werkte al sinds 1947 in de werkplaats van Arbeid Voor Onvolwaardigen. Lang is hij voor gek aangezien en zo behandeld. Als J.J.Beljon, directeur van de Haagse academie probeert Van Genk een dag in de week op de academie te laten werken krijgt hij honend commentaar van de Dienst Geestelijke Volksgezondheid (zie eerder op Avondlog). Geen sprake van.
Gek? Ja, haarfetisjist als hij was ging hij vaak in de tram achter een meisje met vlechten zitten, een schaar gereed om zo'n vlecht af te knippen. Maar hij deed het nooit.
Pas toen hij in 1964 arbeidsongeschikt werd verklaard en geen wasknijpers meer hoefde maken kon hij bij zijn ongetrouwde zuster Willy in de Harmelenstraat - Zuiderparkbuurt - wonen en werken. Daar is zijn nalatenschap gevonden, nu nog deels te zien in Dr.Guislain in Gent.
Ook in dat jaar kwam zijn eerste tentoonstelling, waarover W.F. Hermans enthousiast schreef. Van Genk, die een jongensschtige almachtsfantasie projecteerde op stations en treinen heeft meer gereisd dan je zou denken. Moskou, zijn grote reisdoel was toen lastig te bereiken, maar uit zijn collectie reisgidsen kon hij hele steden putten.
In voorbereiding is een grote Van Genk-tentoonstelling 'Thrills of Power', volgend jaar oa. in de Amsterdamse Hermitage. Het boek 'Koning der stations' van zijn vriend en biograaf Dick Walda wordt dan ook eindelijk herzien herdrukt.
En laat het in godsnaam gaan over de kunst van Van Genk en niet over wat hem geestelijk mankeerde. Kunstenaars zijn weleens wat vreemd. Nu ja.