Duister

 Toen ik in november 1976 op het station in Praag aankwam trof ik 's ochtends al een restauratie vol bierdrinkers. De pullen werden aangevoerd met drie of vier tegelijk aan elke vinger van de diensters.

 Het Olympik Hotel was luxe voor de broedervolken uit het Oostblok. Ik trof er Russinnen met enorm gespierde kuiten, naar Praag gekomen voor luxe boodschappen. Laarzen die hun kuiten niet konden omvatten, zodat de ritsen van boven deels open moesten blijven.

 Het voedsel kreeg je door het in leveren van bonnen uit de stapel die bij aankomst was uit­gereikt. Suiker in de koffie? Een bon. Zout in de soep? Net zo. Na een uitputtende dag waarop ik had geprobeerd de wan­deling bergop uit 'Beschreibung eines Kampfes' terug te vinden landden reisgenote en ik in een café in de Altstadt, waar nog plaats was tussen een groep doodgravers. Wat dat voor werk was? 'Eine traurige Arbeit'. We kregen elk een speldje van de doodgraversvereniging. Een dag later naar Mariënbad in een treintje met wel heel smalle coupés. Kafka was lang, Tsjechen zijn klein.

 In het hotel was de luxe inrichting van de jaren '20 nog bewaard. Het eten bestond zoals overal vooral uit schnitzel met augurken. Toen we om groente vroegen was dat er niet, maar.. Er kwamen luxe kristallen bokalen, elk met een halve sinaasappel. De ober glunderde. Er was juist een wagon uit Roemenië aangekomen en hij had relaties.

 Uit Kafka's dagboek: 'Het is november. Het lijkt hem dat wel iedere maand een bijzondere betekenis heeft maar november nog een bijzonder toevoegsel van bijzonderheid. Voorlopig is daarvan weliswaar niets te zien er valt alleen maar een met sneeuw vermengde regen. Maar dat is misschien slechts de uiterlijke aanblik die altijd bedriegt want daar de mensen zich als geheel onmiddellijk aan alles aanpassen en men toch in de eerste plaats naar het uiterlijk der mensen oordeelt, zou men eigenlijk nooit een verandering van 's werelds loop kunnen waarnemen...'

 Het Joodse kerkhof, Kafka's graf, dat hoefde niet meer. De stad sprak geheel voor zichzelf.

 Overal in de Altstadt stonden huizen in de steigers. Niet, hoorde ik van een dame die bij Radio Praag gewerkt had maar daar weggewerkt was, niet om ze te restaureren maar om voet­gangers te behoeden voor vallend puin.

Tags: