De vrouwen van Delvaux

 Het onderwerp van Paul Delvaux (1897-1994) is vrouwen, meervoud. Hij laat ze zien met de blik van een dromerig klein jongetje.  Bij elkaar op visite, maar ook in bordelen of als priesteressen.

 Dat ze zo op elkaar lijken komt omdat Delvaux jarenlang met hetzelfde model werkte, Danielle Canneel, die het lijf had dat paste in zijn doodstille wereld. Weinig mannen, en altijd gekleed. Waarom? ‘Dat is eenvoudig,’ zei de schilder, ‘dat ben ik zelf, op de een of andere manier.’

 Wat bezielt deze vrouwen? Zijn vriend Paul Eluard schreef: 'Hun lot is dat zij niets kennen behalve zichzelf.' 

 Waarmee de vrouwengeschiedenis van Delvaux is aangeroerd. Hij mocht zijn jeugdliefde Tam niet trouwen van zijn heerszuch­tige moeder en schikte zich in een opgelegd huwelijk, tot hij Tam pas na jaren terugzag. 

 Onbereikbaarheid is wat Delvaux' vrouwen kenmerkt. Droombeelden zijn ze, van een doorschijnend naakt, soms deels in kant. De decors waarin ze zich bewegen komen voort uit jeugdfantasieën. Spelen zich af in deftige Belgische burgerhuizen van rond 1900, of overblijfselen uit de oudheid, maar vaak toch ook spoorstations. Welke elementen, als in een droom, zich kunnen vermengen tot surrealistische decors.

 De vrouwen waren rond in deze decors. Naar het lijkt worden ze aangetrokken door iets. Iets dat ons en de schilder verborgen blijft. En de vrouwen zelf misschien ook.

 

 

Tags: