Tekenaar Hergé stierf in 1983, tijdens het maken van Kuifje en de Alfa-kunst, zijn vierentwintigste, onvoltooide. In de bewaard gebleven schetsen zit hiervan een niet mis te verstane aankondiging.
Het gaat over eigentijdse verdwazing, vooral in kunst. Er duikt een kunstenaar op die de letters van het alfabet in perspex giet. Haddock, die net opgehouden is met drinken treft de letter H (niet toevallig ook het initiaal van Hergé).
Hergé wilde in zijn jonge jaren zelf kunstschilder worden, maar zag daar van af. Toen hij striptekenaar werd deed hij dat onder een pseudoniem: Hergé (Remi, Georges). Kunst verzamelde hij, in Kuifje vind je komische pastiches van 'moderne kunst'.
De keren dat ik bij hem was op zijn studio aan de Brusselse Avenue Louise zaten we in een kantoor vol moderne kunst.
Zo eindigde zijn strip-oeuvre in de Alfa-kunst bij kunst. Ook heel letterlijk. Een bende van kunstvervalsers (vervalsingen van Gauguin, Renoir, Modigliani, Monet, Picasso) neemt Kuifje te grazen als hij ze dreigt te ontmaskeren.
De bedoeling is Kuifje dan in Perspex te gieten, zoals in die jaren mode was met voorwerpen in de kunst. Einde verhaal. Einde van Kuifje.
De superieure ironie van Hergé.