De betekenis van het woord dame verschuift met de tijd, van ernst naar ironie. In 1925, toen de Zwitser Robert Walser 'Der Raüber' schreef stond er 'O wat had hij een medelijden met deze twee dames, die het niet waren, want er is heel weinig maar tegelijk ook heel veel voor nodig om een dame te zijn.'
En hij vervolgt: 'Een vrouw die een dame wil zijn, moet zichzelf in de eerste plaats uitzonderlijk maken, ze moet zich niet al te vaak laten zien, waardoor je het mooie gevoel of geloof krijgt dat er aanspraak op haar wordt gemaakt, dat ze ergens vast uiterst aangenaam en zinvol bezig is, zich hier en daar vermaakt, in vrolijk en spiritueel gezelschap verkeert, dat ze bijvoorbeeld op reis is of misschien in de zon tennis speelt, of in een fauteuil zit en daarbij haar voetjes op een tabouret heeft liggen, wat je je zonder de geringste moeite kunt voorstellen. Ook met een handwerkje of lezend in een geleerd of ongeleerd tijdschrift stel je je een echte dame makkelijk voor, kortom, ze moet iets zijn waarover een gewoon mens makkelijk een beetje kan dromen.'
En dan gaat het over hoe mannen naar vrouwen kijken:
'Dan wandelen die ogen ongegeneerd, respectloos alleen om de contouren van een vrouwelijke verschijning heen en doen daar noch iets snuggers noch iets goeds mee, maar iets destructiefs, omdat 't iets liefdeloos is, en dat velen op straat of in openbare gelegenheden dat zo doen, dat zal een vrouw die verfijnd en vriendelijk wil blijven, door en door moeten weten (...),'
Kortom: 'Ze moet als een mooi getekende tekening zijn en voorbijlopen als een gedicht, als een strofe die nog nooit iemand gelezen heeft.' Dit als introductie van de vrouw van de wereld Selma. Want 'O wat hing die de dame uit.'