Appelpunt

 Nu de Brakman-biografie 'Een ongeneeslijk heimwee'van Nico Keuning zich wijd en zijd verspreidt komt de nieuwe digitale editie van Tijdschrift Terras, annex Raster als geroepen. Met daarin een buiten deze tijd tredende dialoog, getiteld 'Nadere kennismaking' uit 2002. Zonder twijfel gesitueerd in Den Haag, vermoedelijk in de tearoom Lensvelt-Nicola, maar Krul kan ook. Ik heb met Willem ook weleens een appelpunt met slagroom gegeten. En gezien hoe de wereld zich dan aandachtig rond de schrijver en zijn taartvorkje schikte:

 heer: Het is nu ieder voor zich, vroeger ging dat allemaal anders en ongetwijfeld erger.

 vrouw: Erger?

 heer: Nu ja, begrijpt u mij niet verkeerd maar de voorschriften waren toen anders, men sloot de voeten aaneen, boog, lichtte de hoed en zei: neemt u mij niet kwalijk mejuffrouw, maar ik vermoed dat u hier niet toevallig staat, daarbij; grijs mantelpakje, handtasje in de linkerhand en zo precies op het tijdstip van de afspraak. Bent u misschien?

 vrouw: Maar dat klinkt helemaal niet erg.

 heer: Waarachtig wel en dat moet destijds zeer vervelend geweest zijn, vernederend en - eerlijk - het verdere voorspel is ook niet alles, zo'n oliegladde, suave man, al die geheimzinnige kaartjes op dat bureau. Het lot zelf, eindelijk eens even zichtbaar. Ik kan het niet helpen, maar ik bespeurde in de diepte van dat hoofd een diepe tevredenheid, sadisme en bankrekening.

 vrouw: Ik weet niet, ik vind het wel vreemd wat u daar allemaal zegt.

 heer: Ik zal het u straks allemaal uitleggen. Kijk goed uit. Kijk goed uit! als we deze oversteek overleven stel ik voor in dat restaurant daar op de hoek een kopje koffie te gaan drinken.

 vrouw: In dat grote strenge?

 heer: Het is niet groot en streng, het is juist stijlvol en intiem. Ik zit er vaak, lees er mijn krant en kijk daar vaak overheen naar dit kruispunt en ik mag wel zeggen dat ik zo mijn ongelukjes heb gezien. Laten we ons niet in die rij voegen. Gauw nu! Dank heilige Christofoor, hier moeten we zijn.

 vrouw: Nou, u was gauw aan de overkant, ik ben buiten adem.

 heer: Wat u hier hoort is muziek. Die is als de stem van God zelf, overal aanwezig, ook op de toiletten. Ik heb eens een man ontmoet die vertelde in Griekenland, op vakantie, in een prachtige baai te hebben rondgezwommen waarin ook Odysseus moet hebben gesparteld. Helaas op de Pastorale van Beethoven die uit de bergen op hem neerdaalde. Ik zeg dit alles maar opdat u zult begrijpen hoe flink we moeten zijn in de toekomst.

 vrouw: Bent u gelovig? U sprak zo over Gods stem?

 heer: Ik ben niet gelovig vermoed ik maar daarom kunnen we wel evengoed dat gezellige plaatsje nemen daar aan het raam. Als het maar even kan zit ik daar. Ik kan er van alles kwijt, bril, mijn pijp en tabak. Een ideale vensterbank.

 vrouw: Ik heb alleen mijn handtasje. Als ik het straks dan maar niet vergeet.

 heer: O, heeft u wat dat betreft maar vertrouwen in mij. Dat doet me weer even aan het geloof denken, nee, ik geloof niet dat ik gelovig ben. U vindt het misschien vervelend dat ik het daar nog even over heb?

 vrouw: Nee, juist helemaal niet.

 heer: Dat is ook weer niet goed. We doemen op en verdwijnen weer en daar moeten we dan vertrouwen in hebben. Dat heb ik niet, ik bekijk dat om zo te zeggen wantrouwend over mijn krant heen.

 vrouw: Het lijkt mij helemaal niet goed dat u hier zo vaak...

 heer: Meer dan dat, het is ook niet goed, wantrouwen deed me tot op heden alleen blijven maar niettemin, hier zitten we nu, stijlvol en gezellig. Wilt u iets bij de koffie?

 vrouw: Niet graag, ik ben eerlijk gezegd een beetje nerveus, ik wil liever alleen maar koffie.

 heer: Nerveus?

 vrouw: Nu ja, zo'n eerste kennismaking.

 heer: Maar mijn beste en nog grote onbekende, dan heeft u ook geen vertrouwen, dat hebben we dan alvast gemeen.

 vrouw: Dat is best mogelijk. Je hebt hier een mooi uitzicht.

 heer: De wetenschap zegt dat alles is terug te voeren op vroeger tijden, een persoonlijke oerknal, een schrik die alle asjes heeft verbogen.

 vrouw: Ik ben bang dat ik me daar niets van kan herinneren. Zullen we bestellen?

 heer: Natuurlijk, wat onattent van me. Eerst koffie, dan de geest. Ober!

 ober: Mevrouw, meneer.

 heer: Twee koffie ober en twee maal appeltaart met.

 ober: Het komt er aan meneer.

 vrouw: Maar ik heb heus geen trek in appeltaart.

 heer: U kunt het altijd nog laten staan. Ik zal natuurlijk wel verwijtend zitten kijken, maar u weet het dan tenminste

zeker. (...)

wordt vervolgd in het nieuwe digitale Tijdschrift Terras.

Tags: