Vanmiddag met m'n hernia-stok de vijf liftloze verdiepingen beklommen van het lege kantoorgebouw waar dit jaar de Amsterdam Art Fair onderdak kwam. Op het dakplat is koffie.
Kunst krijgt daar iets achterafs. Het was opmonterend. En wat nog meer opviel dan anders: de grote verscheidenheid.
Minder video, minder installaties, meer schilderen en ander werk in het vlak. Van ontwerp tot verhaal. En veel ironie, kleine grapjes.
Neem de 'doorschijnende' voorstellingen van Rosa Everts. Dat in meer betekenissen: bij haar schemert gisteren altijd door vandaag heen, het verleden door het heden.
Zo kan ze het drama van de lege etalage van een failliete winkel neerzetten. Vol dichtgeplakte kartonnen dozen waarin kennelijk iets zit dat weg moet. Een blanco vel papier. en zelfs een hele kunsttentoonstelling die te koop staat.
Veel is bij haar gesloten.
Het echte schilderen, inclusief stofuitdrukking vind je bij de Hongaarse Andrea Radai, die de hoofden van haar figuren vaak niet mee schildert. De kunst van het afsnijden! Zoals die opkwam toen schilders gingen kijken hoe fotografen werkten.
Morgen meer.