Bollenboeren hebben geen artistiek oogmerk bij de aanleg van hun percelen geel, rood of blauw. Toch delen hun tussen duin en bosjes opflitsende composities mokerslagen uit. Het beste te bekijken uit een bewegende auto, als het zicht elke seconde anders is. De rechthoeken en lange lappen steeds schuivend door het gezichtsveld.
Hoe componeren de boeren? Ze componeren niet. Newman moet ondersteboven geweest zijn van wat bij hem binnen donderde.
De vernieler was begrijpelijk. De restaurator ook.
De kleuren doen pijn. Ze vagen al het omringende weg. De velden zijn vlak, elk drama ontbreekt. Wat moest je hier mee? Lelijker kon niet. En dan wordt 'Who's afraid' heel begrijpelijk.
Een enkele landschapsschilder waagde zich eraan, zoals Monet. Zelfs Van Gogh (1883). Jammerlijk mislukt. Verslagen door de bollen. Ik ken er maar een die er een verhaal van maakte. De bollofiele Amerikaan George Hitchcock (1850-1913) woonde lange tijd in Egmond aan de Hoef waar hij Amerikaanse collega's ontving in zijn "Huis Schuylenburgh". Dat werd de ‘Egmondse school’.
Hitchcocks droeve ridder in het bollenveld vat het onbegrijpelijk ontroerend samen.
En deze week sprak een schijver op de radio het verlossende woord: zie ze als vliegende tapijten uit 1001 nacht. Waarvan soms, tegen het duin aan, een enkele slip wordt opgetild in de wind.