Ze zijn. Aangekleed, behangen met jurken en gewaden, gekapt.
Soms moest een pop zo'n jurk aan opdat de Kruseman van dienst de stof van bijvoorbeeld dochter Borski er piekfijn op kon krijgen.
De Alkmaarse expositie van de schildersfamilie Kruseman sluit naadloos aan bij de tv‑serie de IJzeren Eeuw. Waarin Hans Goedkoop ons al voorstelde aan de weduwe Borski, de bankierster die koning Willem I - en het land - van de ondergang redde. Wat in het diepste geheim moest, op de beurs kwam ze nooit. Ze vergaarde haar rijkdom thuis. Noodgedwongen, want ze was een vrouw en dus handelingsonbekwaam. Ook welgestelde vrouwen werden geacht geen pink op te lichten.
Een sprookje, mevrouw Borski spon stro tot goud.
Ook al in de Ijzeren Eeuw zag ik Van den Bosch, stichter van Frederiksoord wiens portret hier ook hangt, die paupers tot arbeidzame mensen moest maken, in opdracht van de koning zelf. Er kwam niet heel veel van terecht.
Het werk van de familie Kruseman brengt de tijd tot een vreemde stilstand. De beweging, de fabrieken, de veldslagen waren er vast, maar elders.
Vrouwen als de melancholieke Anna Paulowna, echtgenote van Willem II spannen de kroon. Wassen beeld-achtig heffen ze al te vaak de ogen ten hemel. Vragend, lijkt me, wanneer dit een keer afgelopen mag zijn. In Alkmaar zie je de keerzijde van de Ijzeren eeuw. Doornroosjes. Ik had met mijn vingers willen knippen om ze met entourage en al na honderd jaar tot plotseling hysterisch leven, tot vrouwelijkheid te wekken.
In de linkerbovenhoek van het Anna Paulowna-portret staat: ''Liever in een hut met mijn Willem dan te zwichten voor oneer'''. Anna stuurde het naar haar Willem na diens debacle in de Tiendaagse Veldtocht tegen te Belgen.
ps. Met geschiedschrijver Wil Schackmann was ik eerder op Frederiksoord, zie de tag.