Het verstrijken van de tijd is een steeds weerkerend onderwerp in de dagboeken van J. van Oudshoorn. Bij mij dient het zich ook alle dagen aan. Ik hoef mijn ogen maar te sluiten, wakker te worden uit een halfdroom of ik ben waar ik dertig of veertig jaar geleden was en kan tot in detail beschrijven hoe het er daar uitziet.
Niet volledig. Het brein fabriceert uit wat overblijfsels denk ik razendsnel een beeld dat ik 'haarscherp' voor me zie. Ik hoef niet terug te gaan zoals Van Oudshoorn naar het Oe(g)stgeest waar hij in z'n jeugd, vijf a zes jaar oud, met vakantie was: 'Van een villa aan den rand van Voorburg is het openstaande raam hetzelfde als dat in Oe(g)stgeest. Het lijkt er niet zoomaar op , maar is volmaakt hetzelfde . Dan komt de inrijweg en de geheele Voorburgse entourage weder in de sfeer van het eerste waargenomene te staan. - Het blijft een intens genot te voelen, dat het verleden nog steeds ongerept present is! Waar tegenover staat, dat ditzelfde besef ook een onduldbare pijn kan verwekken (...)'
ps. Hij spelt 'Oestgeest' zonder twijfel omdat hij het toen zo heeft horen zeggen, bij Willem Brakman vind je ook dat soort 'fouten', zoals de 'Nuboerweg', waarin het Zeeuwse accent van zijn ouders doorklinkt. Ook dat moest zo blijven.
ps2. De dagboeken van Van Oudshoorn zijn verschenen bij de onvolprezen Statenhofpers. www.statenhofpers.nl