Toen Tom Lanoye, de slagerszoon met het brilletje uit Sint-Niklaas bij wie het hakblok van zijn vader nog in de kamer staat, op de radio begon op te treden viel meteen op hoeveel er bij hem uit moest. Half zingend, half orakelend over Gent-Wevelgem (zijn debuut). Soms niet meer te stoppen in de rondedans met zijn gettoblaster. En nu is er bij de Poëzieweek met het thema 'vrijheid' zijn bundeltje vrij-wij? Ons aangeboden dor de boekhandel. Weer half performance. Dat opent met 'zonder handen, zonder tanden':
Geen woord zo vrij als vrij/ Het weert wat men verbiedt./ Smetvrij/ Vetvrij./Kogelvrij.
Maar wat is dan gastvrij?/ (ontdaan van vreemdelingenwaan?)/ En vogelvrij: een doel, een straf/ of een verzuchting op een graf?/ ('Hier ligt hij: Eindelijk vrij')
Geen woord zit zo ongestoord vol zwijnerij./ Vrije jongen, vrije liefde, vrije handel. En/ toch loert overal ook angst voor vrije val.
Geen woord bekoort zozeer/ voor wie het hoort./ Geen woord vermoordt zoveel/ van wie er niet bij hoort.
vrij-wij?
De lucht is vrij,/ De vraag is vrij./ De vrijheid niet./ Ze lonkt en vrijt./ Maar zij ontschiet.