Je kunt mij altijd wat vragen want ik weet bijna alles.’ Zei Gerard Reve soms. Tijdens de radio-opnamen van zijn boek De Avonden was hij zwaar verkouden, net als ik nu. We zaten in de toenmalige VARA-studio. En daar demonstreerde hij ons (technicus Mark Meeuwis , een katholieke jongen die veel van zijn moeder hield en die een keer zei ’ Jij bent helemaal niet katholiek Gerard, ik ben katholiek, jij niet.’) en mij hoe je verkoudheid bestrijdt.
We moesten uit de kantine bekertjes kraanwater halen en zout, dat waren kleine zakjes. Daarna demonstreerde hij hoe de neus en mondholte gespoeld moesten worden met zout water. Je neemt een s lok en ‘spuugt die weer uit via de neus’. En dat heel vaak. Dat gaf wat problemen. Ik had de tekst van het boek gefotokopieerd, zodat het omslaan van de pagina ’s niet te horen zou zijn. Als een pagina gelezen was moest hij hem naast zijn tafeltje op de grond laten vallen. Maar het spoelen van zijn neusholte morste hij veel zout water over de tekst. Die helemaal opbubbelde en uitvloeide. Maar het was bij die gelegenheid dat hij mij bezwoer voortaan altijd de griepprik te gaan halen. Gerard speelde graag voor dokter – lees zijn ‘Brieven aan mijn huisarts’ dat juist toen verscheen- en zijn verslag van z’n darm onderzoek in Schiedam was hilarisch. Eerst begreep ik niet wat hij bedoelde: ‘Weet je, mijn darmen zijn op de televisie geweest’.
Hij had natuurlijk mogen meekijken naar het schermpje van de lieve dokter daar. ‘Vrouwen moet je hebben.’