Op 29 augustus 1969 trad de Bonzo Dog Band op in Paradiso. In een minifestival op een lange, warme avond, Alles liep uit. Radio-opnamen van het orkest maken bleek vrijwel onmogelijk.
Hoe kreeg je microfoons op de juiste plaatsen op een overvol podium waar niet alleen het drumstel van 'Legs' Larry Smith maar ook de talloze attributen een plaats moesten krijgen. Ik had ze die middag zien komen. Kartonnen dozen vol instrumenten uit de pawnshop, een tuinslang met een trompetmondstuk, robot onderdelen van Roger Spear, waaronder het elektrische been. Een gipsbeen met een gitaarelement erin. Die avond zou hij tijdens de show de 'mad professor' spelen, in stofjas met soldeerbout in de weer omdat zijn robots steeds weer weigerden. Ik ben later bij hem thuis in Londen wezen filmen. Kijk op Avondlog.
Maar de kern van het orkest was de schrijver en voordrachtskunstenaar Vivian Stanshall. Over hem heb ik later nog eens uitvoerig gepraat met orkestleider en gitarist - en vooral hulp en toeverlaat - Neil Innes. Nu waren ze uitgeput, de band had net een Amerikaanse tournee overleefd.
En toen kwam het magische moment. Na het duistere, doorrookte optreden werden de zijdeuren van Paradiso geopend. En een heldere zomerzon bescheen het gezelschap; kermis artiesten. Stanshall zat naast me op de rand van het podium. Er volgde een interview zonder woorden. Over het einde van de Bonzo Dog, dat hierna spoedig zou komen.