'Ja met mij, niks bijzonders hoor. Gooi je niet in de zenuwen om iets, het leven is toch prachtig. Nou dag.'
Deze op het antwoordapparaat ingesproken boodschap van Gerard Reve vat het goed samen. Je kon gewoon met hem praten. En dat deden we telefonisch veel als hij in Frankrijk aan zijn landgoed bouwde ('Ja die deur is gekomen, maar er is iets raars, hij zit ondersteboven'). Joop sprak geen Frans en kwam niet mee, dus hij zat 's avonds alleen.
Ik kreeg de uitgave van het Rijks 'Between Ad and Allegory: marketing Portraits of Gerard Reve'. Een studie van Hinde Haest over het kunstenaarsportret door de eeuwen heen, speciaal dat van Gerard. Rembrandt was de eerste die zich als de kunstenaar in zijn atelier afbeeldde. Als visitekaartje, een demonstratie van zijn kunnen. De schilder was niet langer ambachtsman. De geboorte van de kunstenaar als creatief individu.
De foto bracht de 'cartomanie'. Fans konden ansichten van Baudelaire en Hugo kopen. Gerard had het goed in de gaten: 'We hebben een winkel.' Liet zich fotograferen met attributen uit z'n werk, het wijnglas, Mariabeeldjes, teddyberen. Op brieven maakte hij expres afdrukken van de voet van zijn wijnglas en schreef erbij 'Dan is het meer waard als je het aan Johan B.W. (Polak) verkoopt'. De eeuwige vraag 'meent ie het nou' wordt in de foto's niet beantwoord. Integendeel. Mij zei hij: 'Als ik een voorstelling geef doe ik het goed.'