Gister in Den Bosch rondgelopen met Lars Weller, bedenker van de tentoonstelling 'Investigations into the uncanny' ofwel onderzoekingen naar het door Freud benoemde 'unheimliche'.
Het onbehagen van Weller zit hem in Duitsland en zo heeft hij een hele wand ingericht met 'Duitse' beelden, schilderijen. Van een Wehrmachtsofficier die de kaarsjes van een kerstboom ontsteekt op 'Kerstmis in Dachau', tot mysterieuze Duitse wouden waar alles kan gebeuren.
'Wald' is nu eenmaal iets anders dan bos, zeker 's nachts. De oneindigheid zit erin. Zoals de Rijn – zie Mulisch - op Duits grondgebied een geheimzinnige stroom wordt, waaraan de Lorelei kan zingen. En gezichten, een engel, een dikke man.
De vele gezichten van Duitsland, waar het verleden altijd door het heden heen kijkt. De Willem II Fabriek heeft veel van het Gentse SMAK kunnen lenen, waaronder een meisjesportret van Michel Borremans en 'Drain' van Robert Grober.
En de Hollanders. Een nachtelijks benzinestation van Sandro Setola, kleurhoutsneden van Hanna de Haan en vreemde - brillen gecomponeerd op een schotel - keramiek van Manita Kieft. Het onbehagen links en rechts versterk elkaar. De oude fabrieksterreinen rondom langs de Dieze helpen ook.