Na het schots en scheef lezen van 'Ik wou uw voeten wel soenen', de mooiste liefdesverklaringen van de Middeleeuwen tot nu, verzameld door Annemieke Houben, aarzelde ik. En dacht 'het is onmogelijk'.
Pagina na pagina proberen mannen - verreweg de meeste zijn van mannen - een vrouw te overtuigen van, ja wat? En soms slaat de weerzin bij me toe. Man, slijm niet zo, daar trapt ze toch nooit in. Maar het ging door, eeuw in, eeuw uit. En het werkte, kennelijk.
Het is een heel mooie selectie, er zitten er tussen die dat mengsel van driestheid en eigenheid hebben waarvoor ook ik zou vallen. Toch is machteloosheid het voornaamste kenmerk. Misschien dat dat het geheim is van het schrijven van een goede liefdesbrief, schrijf hem uit hopeloosheid. Vergeet alle loftuitingen en loze complimenten. Maar schrijf hem wel zo dat ze weet 'hij kan het zeggen'. En ‘hij weet ervan’.
Zoals Hendrik Laurensz. Spiegel (1549-1612)
'In u alleen is al mijn ruste,
In u alleen is al mijn luste,
In u alleen is al mijn vreught,
In u alleen is mijn verblyen,
In u alleen is tallen tyen,
Mijn blyschap, vrede en gheneught.'
Ps. Ontdekkingen zover: Pisuisse in zijn liefde voor de acrice Fie Carelsen en Eddy du Perron.