Heine en de vrouwenvoet

 Alle cursussen 'creative writing' kunnen weg voor wie de 'Reisebilder (1824) van Heinrich - eigenlijk Harry - Heine als leraar neemt.

 Hij verlaat het stadje Göttingen - beroemd om zijn worst en universiteit - en laat zich in de richting Klaustal rijden. Reisbeschrijving is bij hem een ideale hak-op-de-tak vorm. Al rondkijkend, ontmoetend, peinzend, kan hij alles neerpennen wat ie kwijt wil.

 Zoals zijn onderzoek naar de grootte van de Göttinger damesvoeten. Het gerucht ging al generaties dat de vrouwen daar zulke grote voeten hadden, wat zich uitbreidde tot hun schenen en knieën, waarop Heine jarenlang aan de Weenderstrasse hoogstei­gen waarnemingen noteert waarover een studie zal verschijnen.

 Wanneer hij in Klaustal in de 'Krone' gaat middageten komt het tot een lofprij­zing van de bokking: 'een soort gerookte haringen, die bokkingen heten, naar de naam van hun uitvinder, de in 1447 gestorven Wilhelm Bücking, die om zijn uitvinding door Karel V zo vereerd werd dat deze in het jaar onzes heren 1556 van Middelburg naar Biervliet in Zeeland reisde, enkel en alleen om daar het graf van deze grote man te gaan zien.' En dan komt de Heine-regel:

 'Hoe heerlijk smaakt toch zo'n gerecht als je de historische kanttekeningen kent terwijl je het nuttigt.'

 Helaas wordt de koffie na hem bedorven door een jongmens dat discussiërend naast hem komt zitten en daarbij zo ontzettend begint op te scheppen 'dat de melk op tafel er zuur van werd.'

 Undsoweiter, undsofort.

 Wie na dit reisverslag in vier delen - tot in Italië - nog niet doorheeft hoe schrijven moet krijgt het moeilijk. 

Tags: