Vanmiddag even terug geweest in de andere wereld van sneeuw en ijs. Wit, stil en gedempt. Zoals je hem ziet uit het raam van de eerste ochtend. 'Het heeft gesneeuwd.' Vogelpootjes in verse sneeuw.
Maar dan rennen kinderen gillend naar buiten. Volwassenen er achteraan. En beginnen sneeuwballen te gooien en door het ijs te zakken, sneeuw in monden te duwen en meisjes in te wrijven.
Mijn in Petersburg wonende vriend Pieter begon zijn radioreportages met de klank van de sneeuw, waaraan je kon horen hoe koud het die dag was.
IJspret, in Teylers hangen de schilderijen. En kon ik zoeken naar de bronnen van de hysterie die jong en oud bevangt. Van het schouwtoneel van Breughel en Avercamp naar de vieze natte sneeuw met paardenstront van Breitner. Tot de Elfstedentocht erop volgt.
Het is, denk ik, de omkering van licht en kleur die extase brengt. Wanneer – midden in de winter - de hemel duister wordt en de aarde opeens wit inplaats van grauw.
De sneeuwschilder Schelfhout heeft het omkeereffect consequent toegepast in zijn zwarte luchten boven blinkend witte sneeuw‑ en ijsvloeren.
Hallucinerend! Ik noem dat het woestijneffect, want daar zie je die onverwachte, betoverende omkering net zo: de hemel duisterblauw, het woestijnzand zoveel lichter. Om niet te spreken van vrouwen met heel lichtblauwe ogen.