Waartoe zouden kleren, parafernalia, al de kleinigheden die we met ons mee sjouwen, anders dienen dan om ons te verbergen? Dat was de vraag waarmee ik uit 'Ways of being' kwam, de grote tentoonstelling van Aukje Koks in het Haagse GEM.
Het omgekeerde van de nieuwe kleren van de keizer. De keizer is verdwenen, van zijn kleren resten nog slechts afschaduwingen. Ik leerde de thema's en rekwisieten van het Theater Aukje Koks de laatste jaren een beetje kennen. Niet eenvoudig bij zo'n doortrapte illusioniste. Van haar rekwisieten weet je nooit hoe echt ze zijn. Er is veel trompe l'oeil. En ze zijn ook verder heel bedrieglijk.
De attributen zijn vooral die van man, vrouw en geld. De man vaak teruggebracht tot een kleerhanger, de resten van een overhemd, en zonnebril. De vrouw soms niet meer dan een passement met rijen totaal verschillende knopen.
Met deze aan- of afwezigheden van personages maak je geleidelijk kennis. Er zijn ritmische vermenigvuldigingen van zonnebrillen, serpentines, hemdsmouwen.
Ook het medium blijft daarbij consequent onzeker. Een kader kan een gouden lintje zijn, in stof of verf. De luxaflex (Undertones, 2011) en de handschoen net zo goed geschilderd als echt.
Een afbeelding is nooit zomaar een afbeelding op papier of doek. Hij kan uitgeknipt en opgeplakt zijn, echt of in schijn.
De illusioniste laat zich bij vleugjes kennen in heel geestige titels als: Can I take your coat? A serious thought (2011, voor de paraplu in de donderbui), of Public property (voor het rudimentaire overhemd).
Letters zijn er ook, steeds in touwschrift. Het touw hoort tot de vaste attributen van Aukje Koks. Hoort sinds jaar en dag tot haar vaste raadselbagage.