Gister ontmoette ik op de Art Fair de Engelse schilder Michael Kirkham. Ik volg hem sinds 'Woman in the living room' (2004) ‑ het van god en iedereen verlaten meisje op de skai bank ‑ in het Haagse Gemeentemuseum. Nu kwam hij voor de presentatie van zijn boekje met gruwelverhalen Roxxie.
Net haastig met de tram aangekomen dronk hij bier en ik zei dat ik hem een pionier vond. Een verkenner van uithoeken van de gewaarwording, in seks en materie. Hij haalde z'n schouders op.
Kirkham is pornograaf genoemd of juist moralist. Zijn antwoord luidde dat hij moralisme vervelend vindt en dat pornografie al overal is, die hoeft je niet te schilderen.
Als je met je neus op z'n doeken staat zie je dat het hem vooral om schilderen gaat. Stofuitdrukking die alles zegt, smerige plastics, goedkope kunststoffen, schunnig, tot de make‑up en haren van de figuren toe. Hij is een meester in glimmertjes op skai. Of huid, want zijn figuren maken deel uit van z'n interieurs. Figuren die, zei hij 'doen alsof ze mensen zijn'.
Maar wel sensueel en tactiel. Kijken gaat bij Kirkham niet zonder tastzin. 'Kijken zonder aanraken is zinloos..'.
Wil hij choqueren? 'Ik probeer mezelf te choqueren. Ik verwacht het niet van iemand anders.'
Hij kan zich niet voorstellen dat iemand zou masturberen bij zijn werk. Te pijnlijk. Te melancholiek.